VVAZ
Intermedis

Klik hier voor
onze diensten

Intermedis A & A

College: uit huis gaan voor beginnende studenten

Geplaatst op: 26-08-2019, 15:37:30

Aan de studie en het ouderlijk huis verlaten betekent dat een student voor het eerst zijn eigen huishouden runt. Daar hoort ook een huishoudboekje met financiële zaken bij. Wat staat daar allemaal in?

Hoewel ouders vaak nog bijspringen, mag een kersverse student na bijna twintig jaar ouderlijke zorg voor het eerst zijn eigen financiële boontjes doppen. Om te voorkomen dat je aan het einde van je geld nog een stuk maand overhoudt, zet de redactie van DFT Geld een paar zaken uit je uitgavenpatroon op rij waar je rekening mee moet houden.

Kamerkosten

Wie ervoor kiest om niet bij zijn ouders te blijven wonen, of dat niet kan omdat het te ver is om op en neer te reizen, komt in een studentenkamer terecht. De huur daarvoor neemt een grote hap uit je budget. Vorig jaar kostte een gemiddelde kamer iets meer dan €400 per maand.

Naast de huur zelf is het verstandig om meteen alle vaste maandelijkse kosten die daarbij komen kijken op te nemen bij je uitgaven. Dat zijn bijvoorbeeld de kosten voor gas, water en licht en daarnaast bijvoorbeeld wat je betaalt aan televisie en internet. Soms zitten deze kosten ook al bij de kamerhuur in.

Studiekosten

De studie zelf is natuurlijk ook niet gratis. De grootste kostenpost is waarschijnlijk het collegegeld. Dat ligt voor komend jaar iets boven €2000. Dit kan je in één keer betalen als je het op de plank hebt liggen. Maar het is gebruikelijker om het in termijnen te voldoen.

Voor je financiële planning is het dan even opletten hoeveel termijnen jouw universiteit of hogeschool rekent. Soms gaat het verspreid over tien keer, waardoor het ongeveer een maandelijkse betaling wordt. Maar er zijn ook universiteiten die het collegegeld in vijf termijnen opschrijven. Dan heb je in sommige maanden een flinke som geld die je moet betalen. Het is dan aan te raden om in de maanden dat er niks wordt afgeschreven wat geld opzij te zetten.

Naast het collegegeld betaal je natuurlijk ook voor boeken, readers en ander studiemateriaal. De kosten daarvoor betaal je vaak aan het begin van een semester of periode in één keer.

Verzekeringen

Als op jezelf wonende student moet je ook ineens eigen verzekeringen regelen. De grootste kostenpost is dan natuurlijk de zorgverzekering. Tot je achttiende kunnen je ouders je gratis meeverzekeren op hun eigen polis. Maar daarna moet je zelf een verzekering kiezen, dat is ook verplicht.

Vaak zijn er speciale studentenverzekeringen met ook zachtere prijzen. Let wel op dat al je zorgrisico’s daarin wel goed afgedekt zijn. Net een eigen zorgverzekering heb je overigens ook recht op zorgtoeslag, waarmee je de kosten een beetje dempt.

Naast de zorg, moet je je ook voor andere zaken gaan verzekeren. Bijvoorbeeld een inboedelverzekering, voor alle meubels op je studentenkamer (als je bezit in elk geval genoeg waard is om het nog te verzekeren). Een reisverzekering voor tripjes met de studentenvereniging. En een aansprakelijkheidsverzekering voor als je met een slok te veel op tegen een auto aan fietst.

Boodschappen, lidmaatschappen, uitgaan

Dan zijn er nog een heleboel andere kosten, die per maand kunnen verschillen. Bijvoorbeeld de contributie van een sportclub die in twee of vier termijnen per jaar wordt afgeschreven. Dan zijn er de boodschappen. Daarvoor is het natuurlijk wijsheid om spullen in de aanbieding te kopen en naar goedkope supermarkten te gaan.

Bij de onvermijdelijke biertjes in de kroeg is het natuurlijk ook moeilijk om in de gaten te houden hoeveel je nou eigenlijk uitgeeft als de nacht vordert.

Wel is het handig om in je planning potjes te maken: hoeveel geld wil je per maand uitgeven aan boodschappen, uitgaan, hoeveel zet je opzij om te sparen of om op een gegeven moment nieuwe kleren van te kopen. Zo houd je in elk geval nog greep op hoeveel je per maand kwijt wil zijn aan dit soort uitgaven.

Bron: bijdrage van Leon Brandsema van 26 augustus 2019 op www.dft.nl

Vorige pagina